Op een zaterdagochtend in december zit een afvaardiging van de bijengroep klaar om mij onder te dompelen in de wereld van de imkers van Verdeliet. Met enthousiasme nemen zij mij deze ochtend mee in het reilen en zeilen van de bijengroep. Hoe er zonder enige kennis van zaken jaren geleden gestart werd met een eerste volkje. Tot het houden van een aantal bijenvolken en het verkopen van bij Verdeliet geslingerde honing. Ik krijg in een uur tijd ontzettend veel informatie over dit oude ambacht. Hoe dit binnen en buiten Verdeliet beoefend wordt en allerlei gerelateerde onderwerpen zoals biodiversiteit, honingproductie, wetgeving en nog veel meer. Geert (coördinator en initiatiefnemer van de bijengroep), Bart (ongeveer 2 jaar lid) en Wim (nieuw groepslid) staan mij te woord. Malou en Melat, deze ochtend niet aanwezig, zijn ook Verdeliet-imkers.
Door: Marsha van Lanen
Geert raakte bij Verdeliet betrokken toen hij zo'n zes jaar geleden boventallig werd verklaard. Bij Verdeliet vond hij toen mensen met een luisterend oor. Het is voor hem een goede plek geweest om zich opnieuw te oriënteren op de arbeidsmarkt. Hij kreeg er de kans om aan zijn netwerk te bouwen. Met Lonneke (één van de initiatiefnemers van Verdeliet) bespreekt hij destijds het idee om bijen te gaan houden bij Verdeliet. Zo gebeurt het dat Albert Koot, imker uit Sint Agatha, niet veel later een eerste volk levert dat bij Verdeliet een eenvoudig onderkomen krijgt. Bij de start is er nog weinig kennis over bijen houden. Geert gaat op imkercursus. Hij is enthousiast en heeft al snel de wens een bijenstal te bouwen. Een aantal medewerkers gaan aan de slag. Het resultaat is de bijenstal, zoals nu bij Verdeliet te vinden is. Vanaf dat moment is er samen met Albert gewerkt aan uitbreiding van de imkerij. Uitbreiding van volken, kasten, kennis en ervaring. Tot wat het imkeren bij Verdeliet vandaag de dag is.
Geschiedenis bijengroep
Terugkijkend op de afgelopen jaren, vanaf de allereerste start met 1 volk tot op heden, valt op dat continuïteit in personele bezetting binnen de bijengroep een punt van aandacht is. Het op peil houden van kennis en ervaring èn voldoende mensen hebben en behouden om de bijenvolken te kunnen begeleiden blijkt in de praktijk moeilijk.
De ideale situatie voor het houden van bijenvolken is afhankelijk van een aantal zaken. Hoeveelheid tijd heb je en hoeveel tijd wil je besteden aan het imkeren? Welk doel streef je na? Hoe wil je de imkerij beoefenen? Zo zijn er imkers die een paar volken hebben. Alleen of met meerdere mensen. Er zijn ook imkers die tientallen volken in hun eentje begeleiden. Wil je honing produceren? Dan heb je meer volken nodig. Bij Verdeliet gaat het hoofdzakelijk om het sociale aspect van de imkerij. 4-5 volken leveren hiervoor voldoende activiteiten in een seizoen op. Er wordt met de groep bepaald of je in duo's een volkje gaat begeleiden. Of je alle volken als groep gaat managen. Of dat iedere imker zijn/haar eigen volkje kan begeleiden. De keuze is o.a. gebaseerd op aanwezige kennis en ervaring binnen de bijengroep.
Op dit moment is er een wisselend niveau van kennis en ervaring binnen de groep. Er is kennis vanuit een cursus opgebouwd, kennis vanuit de praktijk en er is ook 'aangeboren' kennis. Melat komt uit Syrië. Zijn familie leefde van de bijen. Zij hadden wel 300 volken. Het imkeren zit hem in de genen. Hij is tussen de kasten opgegroeid. Als Melat zijn oor aan de kast legt, weet hij hoe het met de bijen gesteld is. "Wij moeten daarvoor het deksel optillen. ", zegt Wim.
Wat ziet de imker als de kast open is?
De conditie van het volk wordt beoordeeld. Hoe is de kleur, de snelheid van bewegen en de loop van de bijen. Ook de activiteit aan de voorkant van de kast geeft een goede aanwijzing over de staat van het volk. "Hoe vliegen de bijen in en uit? Communiceren ze voor de kast? Hebben ze stuifmeel aan de pootjes?"
Bij Verdeliet hebben we een aantal honingbijen, maar er bestaan ook wilde, afzonderlijke bijen waarvan je steeds verneemt dat ze het afleggen tegen de honingbij. Is het vanuit de ecologische grondslag van Verdeliet niet onwenselijk om bijen te houden?
Dat is alleen bij een verstoring van het natuurlijk evenwicht het geval. Bij het imkeren op de schaal van Verdeliet (4 volkjes) speelt dat niet. Met voldoende diversiteit in de leefomgeving kun je daarnaast op een goede balans aansturen. Er zijn een aantal gemeenschappelijke planten waar zowel de honingbij, als de wilde bij gebruik van maakt. De wilde bij is verder afhankelijk van specifieke planten, waar de honingbij niet op vliegt. Met de juiste beplanting kun je de wilde bij dus meer kans geven op overleven. Bijen die je thuis in je tuin ziet zijn overigens bijna altijd gekweekte (honing) bijen. De wilde bij is zeldzaam geworden. Van de 300 wilde bijensoorten zijn er al zeker 50 soorten uitgestorven.
Terug naar de honingbij en de imkerij
In een volk honingbijen heeft ieder zijn eigen taak. Een deel van het volk vliegt uit om stuifmeel en nectar te halen. Een deel blijft in de kast om honing te maken. Weer anderen poetsen of werken aan de kast. Er zijn bijen die verdedigen. Dit alles georganiseerd in een vaste hiërarchie. Zo wonderlijk.
Als je ergens een zwerm bijen ziet dan zijn het dus altijd honingbijen. Zo'n zwerm bestaat uit rijpe, volwassen bijen en een koningin. Het is belangrijk om een zwerm te melden, zodat deze geschept kan worden door een imker. Op internet kun je vaak wel gegevens vinden van een imker in de buurt. Een zwerm moet binnen een bepaalde tijd ruimte vinden anders koelt de koningin af. Ze zal dan sterven. In Nederland is het tegenwoordig moeilijk voor een zwerm om zelfstandig het leven voort te zetten. Dit heeft te maken met het uitgebreide kapbeleid van veel gemeenten. Hierdoor zijn er haast geen geschikte plekken (bijvoorbeeld een holle boom) voor een zwerm.
Overigens is de mening over het scheppen van zwermen onder imkers niet eenduidig. Waar de ene imker niet wil komen om te scheppen, komt de ander juist graag. Het levert in principe een gratis volk op. De vraag is natuurlijk wel wie de eigenaar is. Daarnaast willen imkers graag weten wat ze aan hun koningin hebben. Heel vaak gaan imkers naar een eiland, bijvoorbeeld Texel zodat ze er zeker van zijn dat hun koningin uit een zuivere lijn afkomstig is. Als je een zwerm schept, weet je niet wat je binnenhaalt. Misschien heeft de koningin agressieve genen. Dan zit je later mogelijk met agressieve bijen. Dit gebeurde een paar jaar geleden bij Verdeliet. Er werden toen medewerkers aangevallen, terwijl ze op wel 20 meter van de bijen stonden te werken. Dat wil je in een ontmoetingstuin niet.
Hoe kun je de koningin eigelijk herkennen in zo'n volk van tienduizenden bijen?
Dat is niet moeilijk, want de koningin is gemerkt. Dat merken kun je zelf doen met een speciale stift. Elk jaar heeft een andere kleur. Zo weet je uit welk jaar de koningin komt. Een koningin kan 5 jaar meegaan. Meestal wordt ze na 3 jaar vervangen. Ze gaat dan minder eitjes leggen. Er zijn ook imkers die ieder jaar de koningin vervangen om de honingproductie op peil te houden. Bij Verdeliet hebben we geen productie-eisen. De koninginnen worden dus niet jaarlijks vervangen. Koningin zijn klinkt leuk, maar is de meest ondankbare taak in een bijenvolk. De enige taak die de koningin heeft is eitjes leggen. Op het hoogtepunt in het jaar (mei/juni) legt de koningin 1500 eitjes per dag.
Imkeren lijkt hip tegenwoordig...
Imkeren heeft in de afgelopen jaren een vlucht genomen. Zo zijn er tegenwoordig steeds meer professionele imkers die met honderden volken fruitteelt bedrijven aflopen. Dit zou kunnen leiden tot een scenario waarin er wettelijke bepalingen moeten komen om de balans tussen het aantal honingbijen en het aantal wilde bijen te kunnen 'beinvloeden'. De kleine, particuliere hobby imkers (die er ook steeds meer zijn) zouden daar wellicht de dupe van kunnen worden.
Dat het imkeren in Nederland hip is, ziet Geert ook terug bij de aanmeldingen voor cursussen. Steeds meer jonge mensen melden zich aan. Het versterken van de verbinding met de natuur is een mooie ontwikkeling, maar we willen natuurlijk niet dat daardoor andere insectensoorten in de verdrukking komen. Er moet eerlijke concurrentie blijven. Bloemetjes zijn er niet alleen voor de honingbij, maar ook voor de hommel en de zweefvlieg.
Biodiversiteit is dus van groot belang, zodat iedere soort te eten heeft. En hoewel biodiversiteit al een hele tijd de aandacht heeft, wordt het volgens de bijengroep nu toch echt tijd voor actie. Zo zou het maaibeleid van bermen wat hen betreft kunnen verbeteren. Niet maaien als de bloemen bloeien, zoals nu vaak gebeurt. Het stimuleren van het vergroenen van tuinen door containers te plaatsen waar mensen gratis tegels in kunnen afvoeren. Hoewel dit mooie initiatieven zijn, bemerkt Wim daarbij kritisch op dat deze initiatieven vaak binnen de bebouwde kom plaatsvinden. Dit is tegenwoordig noodgedwongen gebied van bijen waar zij voedsel vinden. Het zou een goede ontwikkeling zijn om juist ook buiten de bebouwde kom meer bloeiende planten en bomen op en rondom de akkers en graslanden te gaan zien. Een beetje extra kleur en geur naast al dat groene gras, dat vaak delen van het jaar ook nog oranje kleurt nadat er gespoten is. Bijen en andere insecten zouden dan de kans krijgen zich te herstellen in plaats van met insecticiden terug naar hun volk te vliegen.
Welke plannen hebben jullie als bijengroep voor de komende periode?
We zijn tevreden als we 4 volkjes kunnen onderhouden met een groep van 5 a 6 actieve leden. Graag geven we daarnaast als bijengroep ook een paar keer per jaar educatie aan scholen en bezoekers van Verdeliet.
Hoe is de imkerij georganiseerd binnen Verdeliet?
Er is een jaarlijks budget voor de bijengroep gereserveerd en daarnaast is er de honingverkoop. We beschikken over een volledige inventaris van een imkerij; beschermende kleding, een bijenstal, kasten, ramen, scholingsmateriaal. Van het jaarlijkse budget kunnen materialen aangevuld of hersteld worden. Scholing wordt (deels) bekostigd.De bijengroep is op zoek naar 1 a 2 nieuwe leden. Als je geïnteresseerd bent? Dan kun je contact zoeken met Geert. In de groep wordt nauw samengewerkt en veel gecommuniceerd over de volken. Het is belangrijk dat je in de groep past. Zeker ook omdat de meeste imkers een ietwat eigenwijs karakter schijnen te hebben.
Hoe weet ik of imkeren in de bijengroep iets voor mij is?
De bijen maken uit wat je met ze mag doen. Dat betekent dat je regelmatig je plan los zult moeten laten. In de bijengroep is het vaak schipperen tussen de tijd die nodig is om de volkjes gaande te houden en de tijd die je kwijt wilt zijn. Wil je bijvoorbeeld observeren hoe de bijen in en uit de kast vliegen? Daar kun je wel uren naar kijken als je dat boeiend vindt.
Er zijn ook imkers die de natuur hun gang laten gaan. Dat kost natuurlijk minder tijd. Als je het volk echt wilt begeleiden, als je wilt voorkomen dat ze gaan zwermen, je wilt honing productie en je wilt dingen laten zien, zoals bij Verdeliet het geval is, dan kost dat tijd. We werken altijd met minimaal 2 mensen. De bijen zijn afhankelijk van jou en je collega-imker. Als je met de bijen werkt en er gebeurt iets kan er op die manier altijd gehandeld worden. Bijen zijn over het algemeen zachtaardig, maar kunnen door omstandigheden agressief worden. Het is dus veiliger om samen een volk te begeleiden. Dat vraagt goede samenwerking en communicatie. Verder is het belangrijk veilig te werken. Dus altijd beschermende kleding aantrekken en je niet laten verleiden even snel nog iets te doen voordat je naar huis gaat. Gehaast werken wordt meestal niet gewaardeerd door het bijenvolk. Rust hebben is een must. Je raakt niet in paniek als je de bijen ziet krioelen in de kast. Ook niet als ze over je handschoenen lopen. Bijen zijn intuïtieve beesten. Ze ruiken, voelen en weten het als jij angstig bent. Als je eenmaal gestoken bent, kan dat het signaal voor andere bijen zijn om ook aan te vallen.
Hoe ziet een seizoen van de imker eruit?
De eerste activiteiten van een bijenjaar vinden plaats in maart. Tussen april en juli zijn we als bijengroep veel samen. Dat is qua tijdsinvestering de drukste periode. We willen namelijk voorkomen dat een volk gaat zwermen. Het volk maakt dan nieuwe koninginnen aan. Dat doen ze met doppen. Als je als imker niet ingrijpt in die periode, dan zal elke keer als er een koningin geboren wordt, de helft van je volk weggaan met een koningin. Op een gegeven moment ben je dan je volk kwijt. Daarbij willen we natuurlijk ook niet dat de bijen in de wijk gaan zwermen. In deze periode verwijdert de bijengroep daarom wekelijks de doppen (ei met koningin). Daarna neemt het aantal activiteiten gestaag weer af.Ook zijn er door het jaar heen een aantal activiteiten. Zoals 2x per jaar honing slingeren en faroa-bestrijding (tussen oktober en maart). De faroa is een spinachtige, een mijt, die zowel in de natuur als in de kast voorkomt. In de kast kan het een plaag worden. Om evenwicht te bewaren wordt er 1-2 maal per jaar een behandeling tegen de mijt gedaan. De mijt op zich kan geen kwaad, maar deze kan virussen bij zich dragen waar de bijen ziek van kunnen worden.
De bij zelf draagt geen virussen bij zich. De bij heeft een heel zuivere steek. Van een bijensteek wordt je dus niet ziek. Zoals je bijvoorbeeld wel kan worden van een tekenbeet. Mocht je allergisch reageren op een bijensteek, dan is een epipen bij Verdeliet aanwezig. In de periode van faroa-bestrijding worden ook voorbereidingen getroffen voor het komende bijenseizoen; inventarisatie en reparatie van benodigde materialen, schoonmaken en controleren van gereedschappen en pakken.
Verdeliet honing
Maximaal 2x per jaar wordt er honing geslingerd. De bijengroep heeft ervoor gekozen de volken niet helemaal uit te melken. We zorgen er dus bewust voor dat de bijen zelf ook nog honing hebben. Als de winter streng is, of er is te weinig honing, dan wordt het volk in de winter bijgevoerd met suikerwater in een bakje bij de kast. De bijen halen dat zoete water graag op. Het kost ze weinig energie en we krijgen er nog wat honing voor terug. Mogelijk dat er imkers zijn, die zelfs in de zomer als er voldoende dracht is, de bijen bijvoeren. Een goede proever zal dit verschil in smaak opmerken. Honing gemaakt van kristalsuiker heeft echt een andere smaak dan honing gemaakt van bloemen.
In de supermarkt is de meeste honing van onbekende afkomst. Vaak vanuit de Balkan, waar veel professionele imkers zijn. Verschillende honing wordt daar bij elkaar gevoegd. Zo krijgt alles dezelfde kleur. Anders is er geen uniform product. Ook wordt water toegevoegd om kristalliseren tegen te gaan. Verdeliet honing is daarentegen 100% natuurlijke, onverdunde, biologische honing.
In de winkel kun je ook honing van specifieke bloesem kopen: klaverhoning, lindebloesem e.d. Dat kun je als imker alleen bereiken als je op die specifieke dracht momenten jouw lege honing kamers zo neerzet dat de bijen alleen op die bloemen vliegen. En dan nog kun je natuurlijk niet met zekerheid zeggen dat het om 100% lindehoning gaat. De bij laat zich onderweg wellicht toch ook wel eens verleiden om die andere heerlijk geurende bloem te bezoeken...